Wie vertelt dat hij bij een adviesbureau werkt, kan rekenen op de vervolgvraag: ‘Maar wat doe je dan precies?’
Het antwoord ‘advies geven’ geeft een even verbaasde reactie Het had net zo goed waarzeggen of toveren kunnen zijn. Zo ontstaat de vraag: is het wel een echt vak? Laten we de adviseur eens langs de meetlat leggen.
Een eerste criterium voor een vak is toch dat je ervoor kunt leren. Bakkers hebben de bakkersschool, kunstenaars de kunstacademie. Geen enkele studiegids vermeldt echter de studierichting Adviseur.
Een ander – voor Nederlanders – belangrijk criterium is dat je er geld mee kunt verdienen. De adviseur hanteert allerlei verhullende oplossingen als urenvergoedingen of honorarium, maar ze zijn even vaag als de activiteiten zelf. Conclusie: met advies geven, krijg je hooguit gemaakte kosten vergoed.
Een derde criterium is het bestaan van een vakbond, want alle echte beroepen hebben dat. Helaas, er bestaat geen vakbond voor adviseurs. We hebben de VeLA, maar is dat een vakbond?
Het eindoordeel is onvermijdelijk: advies geven is geen vak. Op z’n hoogst een tijdverdrijf waarmee niets te verdienen valt. Was ik toch maar waarzegger of tovenaar geworden.